De Sinterklazen van de Nederlandse politiek

Bij VVD en CDA zitten de grootste Sinterklazen van de Nederlandse politiek. Wanneer je voor de periode 1971 – 2005 kijkt welke partij deel uitmaakte van de regering, dan is het CDA daar kampioen in, met ruim 75% van de tijd. VVD is met ruim 70% goede tweede. De PvdA komt daar een heel eind achteraan, met maar iets meer dan de helft van de jaren.

Interessant is te kijken naar hoeveel het tekort als percentage van het BBP was, over de jaren dat deze drie partijen het beleid mochten bepalen in Den Haag. VVD en CDA hebben daar een duidelijke mening over: tekorten zijn altijd te wijten aan de Sinterklazen van de PvdA. Toch was het tekort in de ongeveer 19 jaar dat de PvdA deel uitmaakte van de coalitie slechts rond de 2,5%, ruim onder de Maastricht norm. In de jaren dat de VVD mee aan het roer stond was dit 3,4% en voor het CDA komt de stand zelfs op 3,6%, beide ruim boven de strenge euro-norm. En dat, terwijl de jaren dat de PvdA regeerde daar ook in zitten. Die regeerde namelijk met CDA dan wel VVD. Kijken we nu naar de jaren dat bezuinigings­kampioenen VVD en CDA het samen voor het zeggen hadden (dus de jaren dat de PvdA in de oppositie zat), dan blijkt het tekort over die jaren 4,0% te zijn. Niet lager, maar juist hoger!

Het beeld dat Rutte en Buma ons steeds proberen te verkopen van de PvdA als onverantwoordelijke geldsmijters is dus enigszins potsierlijk te noemen. Eerder kun je zeggen dat zonder de PvdA de overheidsuitgaven steeds weer uit de klauwen lopen. De echte Sinterklazen zitten vanouds bij de zich als degelijk presenterende VVD en CDA. Het gaat dan natuurlijk niet om linkse hobby’s als natuur en milieu, de kunsten of het onderwijs. Nee, Rutte liet het deze week weer eens duidelijk zien waar hij de cadeautjes weggeeft: in de belastingen. In het lente-akkoord afgesproken de forenzen vergoeding te belasten? De VVD komt er direct al op terug. Afspraak is afspraak, was het mantra van Rutte. Behalve als het de VVD-stemmer geld kost. En zo gaat het al jaren. Met enorme bedragen worden belastingen verlaagd, met verhalen erbij dat dit zou leiden tot meer economische activiteit en daardoor uiteindelijk een hogere belastingopbrengst. Al zeker 40 jaar hetzelfde onzinverhaal wordt iedere keer weer uit de kast gehaald, zonder enig bewijs. En naar naderhand blijkt: oplopende tekorten.

Tekorten die rechts natuurlijk ook heel goed uitkomen. Want die vormen steeds weer het argument om nu eindelijk eens fors te gaan bezuinigen. Vooral op linkse hobby’s, inderdaad.

Leren van de jaren ’30?

Dat was een duidelijke reactie, van Mark Rutte. Niet eens zijn ontkenning dat de PVV hetzelfde doet als hoe in de jaren ’30 “bepaalde groepen” de schuld van alle kwaad kregen. Nee, hij meende er meteen nog een voor een historicus nogal vreemd schepje bovenop te moeten doen. Van de jaren ’30 valt voor ons niets te leren. Dat was zijn bewering.

Ahaa, nu wordt duidelijk waarom dit kabinet niet leert uit de ervaringen van de kabinetten Colijn uit de jaren ’30. Toen is proefondervindelijk vastgesteld dat het oplossen van begrotingsproblemen door hard te bezuinigen niet werkt. Het heeft Nederland destijds behoorlijk verarmt, veel Nederlanders zo ongeveer aan de bedelstaf gebracht, maar de begrotingstekorten niet verkleind. En dus werd er maar weer een bezuiningingsronde tegenaan gegooid. We noemen dat een neerwaartse spiraal. En dat is precies waar men in het Catshuis nu met vaste hand op aanstuurt.

Niet lerend uit de toch zo duidelijke lessen uit, jawel, de jaren ‘30.

Laboratorium Griekenland

Als je een probleem hebt, dan moet je bezuinigen. Wie grote problemen heeft, die moet veel bezuinigen. En wie de grootste problemen heeft, die moet dus ook het meeste bezuinigen. Zo vatte onze minister van financiën, Jan Kees de Jager, zijn economische inzichten bondig samen. Als die Grieken nu maar eens echt heel fors zouden bezuinigen, dan zou het wel goed komen met hun economie. In de huidige media is natuurlijk geen tijd om de minister te vragen waarom dat dan wel zo zou zijn. Later werd hem gevraagd of je nou toch bij een recessie niet juist zou moeten investeren in plaats van bezuinigen. Nee, daar was onze minister heel stellig in, dat was een oude linkse theorie, die al lang niet meer opgaat.

Ook zijn collega Schippers, ook wel genoemd als de denker achter Mark Rutte, heeft laatst gezegd dat 2012 een heel moeilijk jaar gaat worden, maar als we nu maar allemaal onze broekriem stevig aantrekken, we er wel doorheen zullen komen. Meer bezuinigen als oplossing voor onze problemen, dat is het nieuwe denken van dit kabinet.

Een laboratorium waar een experiment met dit denken in een extreme vorm wordt toegepast, mede onder niet aflatende druk van Rutte en De Jager, is Griekenland. Het land zucht hierdoor al enige tijd onder draconische bezuinigingen, zodat bijvoorbeeld de Griekse gezondheidszorg vergaand is ingezakt en steeds meer mensen letterlijk aan de bedelstaf geraakt zijn. De ziekenhuizen in Athene zijn in korte tijd onherkenbaar veranderd, apotheken geven alleen nog medicijnen uit tegen contante betaling. De bevolking is door dit alles de wanhoop nabij.

Het effect van de draconisch doorgevoerde bezuinigingen is dat de Griekse economie versneld in een neerwaartse spiraal gebracht is. Het grote probleem, dat de informele economie altijd al een veel te groot aandeel van de totale economie omvatte, is door het instorten van de formele economie alleen nog maar groter geworden. De inkomsten voor de belastingdienst vallen hierdoor snel nog verder terug, de tekorten van de Griekse overheid lopen snel op. Benieuwd naar de reactie van Rutte en De Jager op deze uitkomst van hun experiment? Zij constateren slechts dat de Grieken hun afspraak niet nakomen dat ze hun tekort zouden laten dalen. Het moet dus wel zo zijn dat ze niet voldoende bezuinigen: een nieuwe ronde van nog eens 3,3 miljard is nodig om de doelstelling te halen, anders geen verdere leningen vanuit Brussel meer!

Voor Griekenland betekent nog eens 3,3 miljard bezuinigen in de huidige situatie waarschijnlijk dat het faillissement nu echt onvermijdelijk wordt, doordat de economie nu echt helemaal tot stilstand zal komen. Maar voor het zo ver is, zal toch hopelijk duidelijk worden dat het experiment Griekenland het failliet van het economisch beleid van Rutte en De Jager onomstotelijk laat zien. Zelf zullen de heren ook dan verklaren dat het zo jammer is dat de Grieken er gewoon niet genoeg aan gedaan hebben, anders was dit faillissement helemaal niet nodig geweest.

Intellectueel niveau

Een minister van onderwijs die wel of niet het intellectuele niveau bezit voor die functie. Dat zet toch wel even aan het denken. Willen we dat eigenlijk, dat iemand met verpleegkunde A (en kennelijk heel veel partijdiscipline) minister kan worden? En hoe zit dat eigenlijk met de andere ministers?

We hebben een minister van financiën die van mening is dat de oplossing voor problemen altijd bezuinigen is. “Wie de meeste problemen heeft, die moet dus ook het meest bezuinigen” (over de Grieken). En op de vraag of er niet juist geïnvesteerd moet worden om de economie weer aan de gang te krijgen, meent hij dat “dat een hele oude linkse theorie is, die al lang niet meer geldt”. Een stoomcursusje macro-economie op Havo-4 niveau zou hier geen kwaad kunnen, denk je dan.

Of wat dacht u van onze minister van Volksgezondheid, die doorgaat voor de denker achter Mark Rutte. Die beweert doodleuk dat “2012 nu eenmaal een heel moeilijk jaar voor ons allemaal gaat worden. Maar als iedereen nu maar goed de broekriem aanhaalt, dan komen we daar wel doorheen”. En hoeveel economische groei denkt dit VVD-intellect dat we daarmee gaan genereren? Je zou toch zeggen: dat is wel het allerlaatste wat je als minister gaat roepen, dat iedereen nu de broekriem moet aanhalen. Juist door die houding hebben we nu crisis!

Maar ja, wie nu nog steeds, na de crisis van 2007-2008, nog steeds gelooft in neoliberale oplossingen voor onze problemen – die is misschien eerder gedeeltelijk hersendood dan alleen maar van onvoldoende intellectueel niveau!

Micro – macro

De laatste decennia studeren steeds meer mensen economie. En helaas bedoelen ze dan niet de wetenschap die zich richt op hoe onze economie draait, of er recessie of opleving is, maar op wat in feite neer komt op bedrijfseconomie. En als je weet hoe je een bedrijf moet runnen, dan weet je toch zeker ook hoe je de BV Nederland moet besturen?

Veel van deze mensen worden dan ook rechtse politici. Zij denken vanuit een micro-economisch raamwerk. Referentiepunt is het bedrijfsleven. Wanneer er in een bedrijf minder geld binnenkomt, moet er ook minder geld uitgaan, anders gaat het bedrijf failliet. Deze manier van denken verklaart men ook van toepassing op de overheid. Aan de borreltafel hoor je dan bijvoorbeeld zeggen: ‚ook de overheid kan elke euro maar één keer uitgeven’. Dat gaat echter wel op voor een pindakaasfabriek, maar niet voor de overheid. Dan hebben we het namelijk over macro-economie, een heel ander gedachtenkader. Hier denken we aan geld als steeds in een kringloop, waarbij sneller circuleren duidt op economische groei. Omgekeerd blijkt een recessie uit een langere omlooptijd van het geld. Macro gezien worden we uiteindelijk allemaal arm, wanneer we allemaal onze beurs dichthouden. Geven we allemaal veel geld uit, dan worden we uiteindelijk allemaal rijk.

Wat het zo lastig maakt, is dat de staat echter niet alleen een macro-verantwoorde­lijk­heid heeft als ‚pomp’ die de omloopsnelheid van het geld moet opstuwen, maar daarnaast zeker ook een micro-rol heeft. Het staatshuishoudboekje moet wel op orde blijven. Het in balans houden van deze twee verantwoordelijkheden van de staat maakt dat het vervullen van een uitvoerende politieke functie zoveel moeilijker is dan het leiding geven aan een grote onderneming. Dit is dan ook bij uitstek een aspect dat bij de gesprekken aan de borreltafel volstrekt genegeerd wordt.

Het borreltafelkabinet Rutte heeft vanuit de micro-benadering van de economie ingezet op een bezuiniging van 18 miljard euro. Macro leidt dit beleid tot economische krimp, en daarmee net als in de jaren tachtig tot steeds weer terugkerende ‚tegenvallers’. Ruding was destijds steeds blij dat hij al zo hard gesneden had in de uitgaven, want die kwamen goed van pas nu we weer zulke ‚tegenvallers’ hadden. Dat hij die zelf veroorzaakte, dat wilde of kon hij met zijn micro-bril niet zien.