Ruttes rol

In De Volkskrant van 16 juli 2015 staat een artikel onder de kop Rutte ontpopte zich als havik tegenover Tsipras (p.7). Hierin beschrijft Marc Peperkorn, de Volkskrant correspondent in Brussel, hoe Rutte tijdens het nachtelijke EU-beraad de Griekse premier de duimschroeven aandraaide. Rutte blijkt zich terdege te hebben voorbereid op het debat en precies te weten op welke punten de Griekse regering de eerder overeengekomen bezuinigingen heeft laten verwateren. De suggestie wordt hier gewekt dat dit een geheel nieuwe rol is voor de Nederlandse premier.

Niets is minder waar.

Al meteen na zijn start als premier was het Rutte, die in Brussel doordrukte dat begrotingstekorten voortaan niet hoger mochten zijn dan 3%. Sindsdien geldt deze 3% als van God gegeven bovengrens, die niet ter discussie staat. Om die te bereiken moet er nu eenmaal bezuinigd worden, klinkt dan steeds weer. Die 3% is overigens maar een tijdelijk maximum: het streven van Rutte c.s. is een tekort van 0%. Er mag niet meer worden uitgegeven dan er binnenkomt. Interessant is dat Witteveen, een financieel economisch zeer goed onderlegde eminence grise binnen Ruttes eigen VVD, dit denken compleet naar de prullenbak verwijst, als recept voor economische ellende.

Dat die ellende in Griekenland, door vijf jaar economische dictaten vanuit Brussel, inmiddels ruimschoots voorhanden is, met een economie die in de laatste vijf jaar ongeveer 25% kleiner geworden is, is voor Rutte totaal niet interessant. In zijn beleving zou dit niet nodig geweest zijn, als de Grieken maar ernst gemaakt hadden van de bezuinigingen. Het feit dat ze nu zo in de problemen zitten is voor hem het bewijs hiervoor.

De harde opstelling van o.a. Rutte heeft geresulteerd in een spijkerhard akkoord, waar de Grieken stap voor stap alleen nog aan alle voorwaarden kunnen voldoen.

Dat levert straks een interessant probleem op, wanneer blijkt dat Varoufakis gelijk krijgt en deze voorwaarden Griekenland alleen maar dieper de put in geholpen hebben. Rutte mag er dan van overtuigd zijn dat harde bezuinigingen de Griekse economie er weer bovenop zullen helpen, het is toch niet helemaal uit te sluiten dat de oude theorie van Keynes gewoon op blijkt te gaan. Bezuinigingen van de overheid leiden tot inkrimpen van de effectieve vraag in een niet op export gerichte economie, wat een belangrijke bijdrage levert aan een negatieve spiraal, die uiteindelijk zal leiden tot verarming van de Griekse bevolking en tot een steeds verder uit beeld raken van de kans dat de leningen vanuit de EU aan Griekenland ooit nog terugbetaald kunnen worden.

Het probleem is dan: wanneer dit veroorzaakt is door een beleid dat niet de keuze van de Grieken zelf is (ze hebben er in een referendum massaal tegen gestemd), wie is er dan verantwoordelijk als het resultaat desastreus uitpakt? En wat is dan uiteindelijk de legitimiteit van de rol die Rutte nu op zich genomen heeft?

Het kan geen kwaad hier nog eens te memoreren dat er ook hier in Nederland geen duidelijk kiezersmandaat is voor het soort economisch beleid dat Rutte voert. Een groot deel van de Nederlandse kiezers heeft bij de laatste 2e Kamerverkiezingen juist op de PvdA gestemd, om een heel ander economisch beleid mogelijk te maken. Rutte heeft in de formatie kans gezien zijn beleid voor Nederland voor vier jaar richtinggevend te maken en maakt daar meteen gebruik van om zijn visie ook op Europees niveau door te drukken, daarbij ruimschoots geholpen door Dijsselbloem en Samson.

Griekse exportsector

Na de forse bezuinigingen van de laatste paar jaar staat de Griekse exportsector er beter voor dan ooit. Jammer alleen dat die sector in de praktijk nauwelijks bestaat! De Griekse economie produceert in de eerste plaats voor de Grieken zelf. Bezuinigingen pakken daardoor voor de Griekse economie veel negatiever uit dan vergelijkbare bezuinigingen in Nederland of Duitsland zouden doen. Het aanbieden van miljardenleningen aan een land, waarvan de economie door de bijgevoegde voorwaarden bij die lening verder zal krimpen, lijkt ons een heel slecht idee. Gelukkig denken Tsipras en Varoufakis daar net zo over!

Sociale Zekerheid?

Voor de politiek gaat het bij sociale zekerheid altijd maar om één ding: de hoogte van de uitkeringen. Die kunnen best omlaag, want dan is er ook nog best van rond te komen en  dat zet mensen tenminste aan om zich in te spannen weer terug te keren naar de arbeidsmarkt. En we moeten nu eenmaal allemaal de broekriem aanhalen.

Zo is het denken ongeveer.

Vergeten wordt dan, dat sociale zekerheid vooral iets is dat degenen betreft die nog wèl een baan hebben. Heb je die niet meer, dan heb je een uitkering. Dat is wat anders dan sociale zekerheid. Daarmee bedoelen we namelijk dat je jezelf geen zorgen hoeft te maken over je financiële bestaan, mocht er met je baan iets mis gaan. Nederlanders hadden in het verleden sociale zekerheid. Die zorgde ervoor dat in tijden van tegenspoed de bestedingen op peil bleven: je mocht dan onzeker zijn over of je straks nog wel je baan had, maar je had in ieder geval dan nog geld. Je kon dus gewoon doorgaan met het uitgeven ervan.

Dat nu, is door de politiek drastisch aangepakt: wie geen werk heeft, zal ook geen geld meer uitgeven, lijkt het motto. En de verstandige burger, die nu anticipeert op mogelijk toekomstig baanverlies, blijft maar één rationeel pad over om te kiezen: zoveel mogelijk geld zelf oppotten voor de eventuele magere tijden.

En die tijden worden mager, dat is wel duidelijk, met het ongekend lage consumentenvertrouwen waar de economie nu mee kampt. Iets dat veel politici zien als een soort onheil van buitenaf: nu gaat het al zo slecht en nu hebben we daar bovenop nog de pech van een zeldzaam laag consumentenvertrouwen. Analyse waar dit vandaan komt, zie je vreemd genoeg eigenlijk niet.

En dus gaan we maar weer vrolijk de volgende ronde bezuinigingen inzetten: wat kan er nog van de sociale zekerheid af?